Het verhaal van onze Charlotte:

Charlotte is geboren op 4 februari 2008. Het was voor mij een pittige bevalling, maar met een 9 en een 10 voor haar apgarscore leek onze Charlotte gelukkig helemaal gezond te zijn. We waren dan ook dolblij met onze prachtige dochter. 

Helaas denderden we al heel snel van onze roze wolk af. Charlotte huilde namelijk non stop. Slapen in haar bedje, lekker liggen in de box of een ritje met de kinderwagen, bij alles was ze ontroostbaar. Alleen in onze armen leek ze zich iets prettiger te voelen, dus we sjouwden de hele dag met haar rond en zelfs ‘s nachts sliep ze rechtop tegen mij aan. 

Gelukkig bleek na een paar maanden dat ze verborgen reflux had en met maagzuurremmers kwam er eindelijk een einde aan het huilen maar helaas niet aan onze zorgen. 

In vergelijking met andere kindjes die even oud waren, ontwikkelde Charlotte zich namelijk beduidend langzamer. Natuurlijk legden we dit voor aan onze kinderarts, maar zij stelde ons steeds gerust. Charlotte haalde namelijk, zij het op het nippertje, wel steeds al haar mijlpalen. Volgens de kinderarts en ook volgens het consultatieburo, was er dan ook geen enkele reden tot ongerustheid. 

Natuurlijk wilden we dit heel graag geloven. Het laatste wat je immers als ouders wilt, is dat er iets niet in orde is met je kind. Maar onze zorgen bleven. Toen in 2009 onze tweede dochter, Caitlyn, geboren werd, konden en wilden we onze zorgen over Charlotte niet langer negeren. Caitlyn ontwikkelde zich in onze beleving razendsnel waardoor het ons steeds duidelijker werd dat er toch echt iets niet in orde was met Charlotte. 

We drongen daarom bij onze kinderarts aan op verder onderzoek en toen ging het opeens heel snel. Binnen twee weken kregen we een gehoortest en toen deze goed bleek te zijn, de eerste van vele intelligentietesten. Na deze intelligentie test op 20 januari 2011 kregen we als een donderslag bij heldere hemel opeens te horen dat Charlotte een ontwikkelingsachterstand van een jaar had op motorisch en cognitief gebied. Onze zorgen waren al die tijd dus toch terecht geweest en onze wereld stortte letterlijk in. Bijna drie jaar lang hadden we gedacht dat onze dochter misschien wat trager was dan anderen maar wel helemaal gezond. Dat bleek nu dus toch niet zo te zijn.

Toch herpakten we ons ook weer heel snel. Achterstanden zijn er immers om ingelopen te worden en samen met onze kinderarts zetten we een intensief ambulant traject voor Charlotte op. Iedere week kreeg ze fysiotherapie, ergotherapie, logopedie en 2 uur begeleiding van een orthopedagoog. Daarbij oefenden we ons suf met haar en gingen we iedere zaterdag naar peutergym om haar motoriek te stimuleren. 

Natuurlijk probeerden we ook te achterhalen waar Charlotte’s achterstand door veroorzaakt werd. Het duurde echter nog tot augustus 2015 voor we er eindelijk achter kwamen dat Charlotte Grin2B had. Hoewel we dachten nu eindelijk antwoorden te krijgen, bleek dat er in Nederland niet of nauwelijks kennis was over grinaandoeningen. We werden door het VU letterlijk met 2 kopietjes van Kinderneurologie.eu naar huis gestuurd. 

Het was voor ons het begin van een jarenlange zoektocht naar antwoorden die ons letterlijk over de halve wereld gebracht heeft. Maar uiteindelijk hebben we onze antwoorden gevonden en het gaat nu naar omstandigheden erg goed met Charlotte. Ze zit op een goede school, krijgt de juiste therapieën en sinds ze L-serine gebruikt is haar cognitie flink verbeterd. Toch zal ze altijd verstandelijk beperkt zijn en dat is een grote bron van verdriet en van heel veel zorgen.

Charlotte’s Grin2B mutatie:

Charlotte heeft een de novo heterozygote pathogene nonsense mutatie in het Grin2B gen, namelijk c.1555C >T p.(Arg519*). Haar mutatie resulteert in loss of function, Charlotte maakt te weinig van de neurotransmitter NMDAR2B aan.

Voor zover wij weten zijn er wereldwijd nog 3 kinderen met deze mutatie. 

Wij kregen onze Grin2B diagnose na een genetische test met een panel ontwikkelingsachterstanden in 2015 in het Vu. Helaas wist men hier helemaal niets over Grin2B en werden we met een kopie van de uitslagbrief voor onze kinderarts en 2 kopietjes van kinderneurologie.eu naar huis gestuurd. We mochten over 5 jaar nog eens terugkomen, hopelijk zou er dan meer bekend zijn. 

Van de brief met de uitslag snapten Nino en ik eigenlijk alleen maar de woorden “de novo” (niet doorgegeven door een van de ouders maar per toeval ontstaan) en “pathogeen” (klachten veroorzakend). We hebben er letterlijk jaren over gedaan om te begrijpen wat de andere termen en de letters en cijfers in Charlottes mutatie betekenen. Onderstaand wat wij nu weten over Charlotte’s mutatie. 

Charlottes mutatie is heterozygote. In haar geval betekent dit dat een allel helemaal perfect is. Dit allel produceert dus de juiste hoeveelheid en ook de juiste samenstelling van een eiwit dat essentieel is voor de neurotransmitter NMDAR2B. In de tweede allel van Charlotte zitten echter 2 fouten. Bij Charlotte staat op positie 1555 van het Grin2B gen een T waar eigenlijk een C had moeten staan. Hierdoor ontstaat een zogenaamde stopcodon. Dit kun je vergelijken met een punt. Haar lichaam stopt door deze “punt” met het aflezen van het Grin2B gen op positie 519 bij het aminozuur arginine. Het door dit allel geproduceerde eiwit is daardoor sterk verkort en wordt daarom door haar lichaam vervolgens weer afgebroken. Hierdoor heeft Charlotte ook Loss of Fuction, een tekort van de neurotransmitter NMDAR2B. Doordat zij maar een enkel werkend allel heeft, komt zij in principe de helft van de neurotransmitter tekort. Zo’n mutatie met een stopcodon wordt een getrunceerde of een nonsense mutatie genoemd. 

Het feit dat Charlotte een nonsense mutatie heeft, en dan ook nog een nonsense mutatie waarbij het recept voor het eiwit zo vroeg wordt afgebroken dat dit eiwit door haar lichaam ook weer wordt afgebroken, is dan ook de verklaring voor haar relatief milde vorm van Grin2B. Ook biedt ons dit in principe goede uitgangspunten voor een eventuele behandeling. Indien Charlotte namelijk behandeld wordt met een medicijn dat de productie van het eiwit cq van de neurotransmitter verhoogt, verhoog je automatisch alleen de goede vorm van de neurotransmitter. Je verhoogt niet ook een mutante vorm van de neurotransmitter waardoor je, in een worst case scenario, zelfs slechter af zou kunnen zijn dan voor de medicatie. 

Charlotte’s klachten: 

Gelukkig heeft Charlotte alleen milde klachten ten gevolge van haar Grin2B mutatie. Zij heeft geen epilepsie of autisme, is volledig verbaal en volledig mobiel (al is haar motoriek houterig en soms wat onhandig en onelegant door een ietwat verlaagde spierspanning) en ze is in principe dag en nacht zindelijk. Door haar verlaagde spierspanning is haar blaascontrole echter niet optimaal en heeft zij soms last van urineverlies bij lachen, hoesten springen etc en kan zij haar urine ook niet lang ophouden. Ook gebeuren er met  regelmaat “ongelukjes”. 

Hoewel Charlotte een lichte slaper is, slaapt ze de hele nacht door en valt ze, zeker sinds ze L-serine gebruikt, vrij makkelijk en snel binnen een kwartier tot maximaal een half uur in slaap. Ze heeft geen last van cerebrale visuele stoornissen en heeft geen last van maag darm stoornissen. Ze heeft een probleemloze stoelgang en hoewel ze als baby vrij ernstige verborgen reflux gehad heeft (en tengevolge hiervan de eerste 3 maanden vrijwel non stop gehuild heeft), is ze hier sinds haar eerste verjaardag gelukkig volledig overheen gegroeid. 

Haar grootste probleem bestaat uit haar verstandelijke beperking. Hoewel Charlotte al 15 jaar is, functioneert zij overall ongeveer op het niveau van een vierjarige. 

Qua sociaal emotionele ontwikkeling is zij nog weer wat jonger en functioneert zij eerder als een driejarige. Zo heeft zij bijvoorbeeld geen intern geweten en heeft zij veel moeite met intrinsieke motivatie. Hoewel zij goed onderscheid kan maken tussen de verschillende emoties, heeft zij moeite met het lezen van subtiele gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Hierdoor kan zij erg verrast zijn en daardoor ook erg overstuur zijn door reacties van mensen omdat zij deze niet ziet aankomen. Ook kan zij vaak ontroostbaar zijn en erg in haar verdriet blijven hangen. 

Qua leren is Charlotte juist weer wat ouder en zit ze op groep 3, begin groep 4 niveau (6-7 jaar). Wel is concentratie en focus een blijvend probleem voor haar. Charlotte is gauw afgeleid en kan al vrij associërend alle kanten op gaan met haar focus. 

Verder is Charlotte heel impulsief en ongeremd in haar gedrag. Ze ziet totaal geen gevaar en doet alles wat in haar hoofdje opkomt zonder over de consequenties na te denken. Ook heeft zij geen idee van grenzen en is zowel fysiek als verbaal veel te vrij naar mensen. Al met al heeft dit tot gevolg dat je Charlotte 24/7 in de gaten moet houden. Haar gedrag is volkomen onvoorspelbaar en ze leert niet van eerdere fouten. Ook niet als je boos wordt of het haar juist rustig en op haar niveau uitlegt of haar (waar mogelijk) de gevolgen van haar acties aan den lijve laat ondervinden. Zo kan ze met vreemden praten, bij hen op schoot kruipen en zelfs met hen meegaan, loopt ze weg en is ze bijvoorbeeld totaal niet verkeersveilig. Ook zit ze altijd overal aan. Qua gedrag is ze dus echt een kleuter die voortdurend dienovereenkomstige zorg, toezicht en aandacht nodig heeft. Daarbij heeft ze bij veel, zo niet alle, activiteiten toezicht en sturing nodig, om te zorgen dat het goed en voortvarend gebeurt. Dit laatste is overigens wel verbeterd sinds zij de L-serine gebruikt.

Bijkomend probleem is dat Charlotte een mooi meisje is en je haar beperking niet meteen aan haar kunt zien. Ze wordt hierdoor vaak door mensen overschat en overvraagd en krijgt dan soms ook vervelende reacties als haar gedrag of reacties niet aan de verwachtingen voldoen. 

Scroll to Top